“De STNR is een belangrijke tussen reflex of te wel een transitionele reflex”
“Eén van de transitionele reflexen die men bij kinderen met leer of gedragsstoornissen ziet is de Symmetrische Tonische Nekreflex (STNR). Deze reflex komt tevoorschijn rond 6-8 maanden na de geboorte en moet geïnhibeerd zijn rond 10 maanden na de geboorte. Deze reflex zorgt ervoor dat de baby op handen en voeten omhoog komt om te gaan kruipen. Voordat de baby gaat kruipen ziet men hem zitten in de “kat” positie: armen gestrekt en billen rustend op de onderbenen. Wanneer het kind zijn hoofdje omlaag beweegt buigen de armen tot het hoofd op de grond rust en de billen komen de lucht in. Wanneer het hoofdje opgetild wordt strekken de armen zich en zakken de billen weer op de benen.
Deze reflex verdeelt het lichaam in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken: wanneer de bovenste helft gestrekt is kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd. Dit is het moment waarop het kind leert zijn ogen te focussen van veraf naar dichtbij en omgekeerd.
De schoolkinderen bij wie deze Symmetrische Tonische Nek Reflex nog steeds aanwezig is zullen de volgende problemen ondervinden: zij zitten vaak op één of beide benen tijdens het werken om zo én hun armen én hun benen gebogen te houden. Of ze “hangen” in hun stoel: benen gestrekt zodat de armen gebogen kunnen worden. Vaak hebben ze moeite met het overschrijven van het schoolbord in hun schrift, omdat het focussen van de ogen van veraf naar dichtbij en terug veel te langzaam gaat. Deze kinderen liggen vaak met hun hoofd bijna op de tafel wanneer ze aan het werk zijn. Ook zij dit vaak de klassiek onhandige kinderen; ze lopen overal tegenop, stoten van alles omver en struikelen nog over hun eigen voeten.
Wanneer deze kinderen deze reflex hebben en ook nog eens die in de arm, de Asymmetrische Tonische Nek Reflex, dan wordt de concentratie wel erg verzwakt: ze moeten proberen om én rechtop te zitten én om een arm en hand te gebruiken die niet mee wil werken.